AOP, IGP en andere oorsprongsbenamingen: hoe kunt u met zekerheid de geografische herkomst van onze producten nagaan?
icone

AOP, IGP en andere oorsprongsbenamingen: hoe kunt u met zekerheid de geografische herkomst van onze producten nagaan?

Mensen vinden de herkomst van producten vandaag de dag belangrijker dan ooit, maar het is niet altijd makkelijk daar wegwijs uit te raken!

 

Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen zijn sinds een aantal maanden zeer actueel. Ze spelen immers een belangrijke rol bij de onderhandelingen voor de Transatlantische Verdragen (het TTIP tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, en het CETA tussen de Europese Unie en Canada). Ze zijn in de eerste plaats van belang voor de spelers op de markt, maar ook voor consumenten die de geografische oorsprong willen kennen van de producten die ze verbruiken en zelfs voor de landbouwers, restauranthouders, personen of organisaties voor de landschaps- en/of milieubescherming en nog vele andere. Ze bevinden zich op een kruising van verschillende juridische toepassingsgebieden, zoals de intellectuele eigendom, het concurrentierecht en de consumentenbescherming. Ons kabinet is lid van een vereniging voor de studie van het concurrentierecht, die in de maand oktober zal deelnemen aan een internationaal congres dat georganiseerd wordt door de internationale liga voor concurrentierecht LIDC (Ligue Internationale du Droit de la Concurrence). Op dit congres zullen veel landen vertegenwoordigd zijn en zullen twee thema’s aan bod komen die veel te maken hebben met concurrentierecht. Een ervan betreft de oorsprongsbenamingen en werd onderzocht door meester Claire HAZEE, die in dit verband ook een stand van zaken heeft opgemaakt van de Belgische regelgeving op dit vlak. Dit omvat het stelsel van de oorsprongsbenamingen in de ruime zin, dus elke aanduiding op een product of dienst die de geografische oorsprong ervan moet aanduiden, zoals AOP, IGP, collectieve labels en merken. Dit overzicht zal op het internationaal congres worden voorgesteld. De verschillende vertegenwoordigde staten zullen de kwestie bespreken, en deze besprekingen zullen – dat hopen we althans – leiden tot voorstellen voor resoluties om dan aan de Europese Commissie voor te leggen. We hopen dat ons werk dit debat zal bevorderen. We zullen aanwezig zijn op het congres en zullen België tijdens de gesprekken vertegenwoordigen. We kijken alvast uit naar het vervolg dat tijdens het congres van Genève in oktober plaatsvindt.